Erwin

Yoga is voor mij een logisch vervolg op de vechtsporten die ik heb gedaan. Ook bij yoga probeer je te voelen waar de energie zit, waar de kracht vandaan komt en waar die naartoe kan gaan. Bij yoga hoef ik daarvoor niemand te overwinnen behalve mijzelf. En daar heb ik mijn handen wel aan vol. Ik heb mezelf als tegenstander én bondgenoot tegelijkertijd.

Ik vind het prettig om me in yoga volledig op mezelf te kunnen richten, en zonder hectiek of impulsen van buitenaf mijn grenzen proberen te verleggen. Maar bovenal is yoga een lekkere manier om lichamelijk en geestelijk fit te blijven. Het is gewoon erg leuk om te doen.

Voor ik jaren geleden in de (fraaie!) studio van YogaFrans belandde, had ik ter oriëntatie hier en daar wat lessen gevolgd. Yoga - had ik toen wel geleerd - kan uiteenlopen van een soort opgefokte fitness in een felverlichte koude sporthal, tot een knusse lotus-les in een veel te warme woonkamer vol met gemoedelijke huismoeders.

Bij YogaFrans voel ik me al vijf jaar prima thuis. Dat heeft te maken met de Iyengar-methode, waarbij je zowel fysiek als mentaal in de verschillende yoga-houdingen leert te groeien. Maar het heeft ook te maken met Frans Helwig. Hij geeft op een prettige en afwisselende wijze les: elk uur is weer anders. Zijn ontspannen aanpak bevalt me erg goed.

Tegelijkertijd heeft Frans voor de goede verstaander genoeg tips om verder te komen, om meer uit de yoga-oefeningen te halen en verder te kijken dan alleen de mentale en fysieke inspanning. ‘Observeren’, is dan ook een van zijn gevleugelde termen. Steeds blijven kijken wat je aan het doen bent. Ik ben voorlopig nog niet uitgekeken.